Als het gezag niet door één van de ouders kan worden uitgeoefend, benoemt de rechter een voogd over de kinderen. De rechter kan het gezag ontnemen als beide ouders ernstig hebben gefaald in de opvoeding van de kinderen. Meestal gaat de voogdij naar Bureau Jeugdzorg. Een maatschappelijk werker treedt vervolgens op als voogd. De maatschappelijk werker zoekt namens Bureau Jeugdzorg een pleeggezin of een instelling waar de kinderen worden verzorgd en opgevoed.
Bureau Jeugdzorg volgt nadat de kinderen bij een pleeggezin zijn ondergebracht de opvoeding op enige afstand. Beslissingen als schoolkeuze, operaties, studeren etc. worden door de voogd en in overleg met de mensen die het kind opvoeden genomen. Wanneer het kind ouder is kunnen bepaalde zaken ook alleen met het kind worden besloten.